“IK BEN MOE (OF IK HEB HONGER)”

Dansen kan hard werk zijn, daar zijn we het allemaal over eens. Zorg dan ook dat je voor de les voldoende eten, water en slaap hebt voorzien. Neem een kleine snack voor de les om door te gaan. De kans is redelijk groot dat je leerkracht al verschillende lessen op een rij, zonder pauzes heeft gegeven, dus heeft zij of hij de tijd nog niet gehad om iets te eten sinds het ontbijt, de leerkracht is dus hoogst waarschijnlijk hongerig EN moe! Onthoud dat het niet enkel de energie van de docent, maar de energie van alle studenten in de klas meedragen aan een leuke les. Als iedereen klaagt of moe is, dan zou de les pas lastig zijn.

“MAG IK IETS GAAN DRINKEN?”

Dit hangt af van school tot school, maar in de meeste gevallen is het normaal dat je je waterfles mee brengt in de dansstudio. (frisdranken zijn meestal niet toegelaten, omdat deze vlekken op de dansvloer kunnen nalaten). Voldoende drinken is belangrijk tijdens je danstraining en optredens, maar telkens de danszaal verlaten als je dorst hebt, is tijdverspilling, zo mis je belangrijke delen van de les. Zorg dus dat je steeds je fles in de danszaal hebt staan als je wil drinken. (of wacht tot je leerkracht zegt om je drank te halen).

“HOE LAAT IS HET? (OF IS DE LES BIJNA GEDAAN?)”

“Ik wilde dat ik ergens anders was”, zo komt je boodschap over als je deze vraag blijft stellen in de les. Zo vertel je dus je leerkracht dat je het niet boeiend vind en dat je verlangt naar het einde van de les. Probeer je in te beelden hoe dit moet voelen voor je leerkracht. Als je je echt niet gelukkig voelt in de les, wees dan geduldig en wacht tot de les voorbij is, of beter nog, focus op de oefeningen die je moet uitvoeren en kijk hoeveel vooruitgang je kan maken in de resterende tijd van de les.

“DAT KAN IK NIET”

De dansschool kan soms een frustrerende plaats zijn, hier is geen plaats voor negativiteit. We vragen onze lichamen om moeilijke dingen te doen, en door woorden zoals “dat kan ik niet” te gebruiken verlaag je je kansen dat je ooit die dingen zult kunnen. Geef je zelf een kans door positief te denken, visualiseer je zelf, terwijl je het correct doet en verander je mentale status van “dit is te moeilijk” naar “IK MOET dit kunnen”.

“DIT IS TE MAKKELIJK”

Er komt zeker een tijd dat je buiten je zone begint te werken en start met moeilijkere oefeningen. Maar er is ook een tijd om het langzaam aan te doen en te focussen op je techniek. Vertrouw dat je leerkracht je de beste oefeningen geeft voor je niveau. Als hij of zij je vraagt om iets te doen die volgens jou te makkelijk is, dan is de kans groot dat je het niet zo correct doet als je zelf denkt. Je zal veel sneller groeien in dans als je werkt op je eigen niveau. En dit is verschillend per persoon. Ook al lijkt de oefening heel simpel, je kunt deze altijd verbeteren (oefeningen langer aanhouden, hoger, harder, sneller,…)

“KIJK NAAR MIJ”

De leerkracht probeert zoveel mogelijk naar alle studenten te kijken in zijn of haar les. Hij of zij zal iedereen met evenveel aandacht bekijken, ja soms zullen je beste momenten gemist worden. Maar wees trots op het feit dat je het goed hebt uitgevoerd ondanks dat de leerkracht dit niet heeft gezien.

“KUNNEN WE DIT DOEN VANDAAG”

Dit is een vervelend aspect waarmee elke dansdocent mee te maken heeft. We willen je enthousiasme niet onderdrukken, maar we stellen het op prijs als we niet behandeld worden als een “vraag een plaat aan” radioshow. Goede dansdocenten komen binnen met een zeer duidelijke agenda en lessenplan van wat ze willen zien in een les. Een betere manier zou zijn als je na de les je leerkracht bijv. zo aanspreekt ‘Meester Kevin, de fouetté draai die ik moet doen voor de show maakt me zenuwachtig. Kunnen we misschien tijdens de volgende les even stilstaan bij die beweging, zodat ik deze beter onder de knie krijg?’

“DOE IK DIT GOED?”

Mocht je het verkeerd doen, dan zou de leerkracht het je al gezegd hebben 😉

Lees ook: Wat je als dansdocent beter niet tegen je leerling zegt

 22,223 keer gelezen